dinsdag 13 augustus 2013

Eeuwig jammer als Jaguar C-X75 niet in productie gaat

Jaguar C-X75 (2010)
Watertanden, kwijlen, lekkerbekken: ofwel de Jaguar C-X75 in hemelsblauw. Op de Oldtimer Grand-Prix stond de enige C-X75 met helemaal live een kleurtje te shinen.

Jaguar sponsort de AvD Oldtimer Grand-Prix die afgelopen weekend op de Nürburgring plaatsvond, en daarom hadden ze de C-X75 meegenomen. Op de foto de enige van de 5 gebouwde exemplaren die van zijn makers een gekleurd wrapje over zijn carbon body heeft gekregen.

De lijnvoering uit de pen van designer Ian Callum is adembenemend: elegante eenvoud en tegelijk messcherp. Helaas blijft het bij een concept. Sinds het voorjaar wordt de auto niet meer verder ontwikkeld omdat de bazen van Jaguar hebben besloten hem niet in productie te nemen. Jammer, want dat was aanvankelijk wel de bedoeling.

Jaguar C-X75 (2010)

De C-X75 begon zijn leven als showcar ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van Jaguar in 2010 op de autosalon van Parijs. Toen had hij vier elektromotoren die gevoed werden met elektriciteit uit twee gasturbines en samen bijna 800 pk leverden.
In 2011 kondigde Jaguar aan dat de auto in productie zou gaan, met een andere aandrijflijn. De Britten stelden zichzelf straffe doelen: de prestaties van een Bugatti Veyron en tegelijk de CO2-uitstoot van een Toyota Prius. En dat is gelukt! Er kwam een 500 pk sterke 1,6 liter viercilinder benzinemotor in met turbo én supercharger én twee elektromotoren. Elk goed voor 200 pk met eentje op de vooras en eentje op de achteras.

Deze hybride-aandrijflijn is ontwikkeld in nauwe samenwerking met Williams. Bij Williams is al veel ervaring met hybridetechniek met hoge prestaties, zoals de systemen voor de Porsche 911 Hybrid racewagen en de Audi R18, maar die hebben een vliegwiel, terwijl de Jaguar gebruikmaakt van accu’s.

Jaguar C-X75 (2010)

Risicovol
Het oorspronkelijke plan was om 250 exemplaren van de C-X75 te maken voor 850.000 pond per stuk. Medio 2012 was de ontwikkeling zo ver dat er 5 rijdende prototypes werden gebouwd, maar in december viel de bijl. Toch maar niet. De top van Jaguar vond het project te risicovol gezien de beroerde staat van de economie wereldwijd. En omdat er al zo veel concurrentie is zoals bijvoorbeeld met de McLaren P1, de Porsche 918 en de LaFerrari. Om het besluit te onderstrepen merkt men bij Jaguar fijntjes op dat de orderintake voor de Porsche 918 niet zo vlotjes gaat als was gehoopt.

De ontwikkeling van de C-X75 is gestopt op een niveau van waar het nog twee jaar zou duren om de auto echt productierijp te maken. Techniek en interieur zijn voor 50% gereed en het exterieur voor 90%, vertelde een van de ontwikkelingsingenieurs ons.

Jaguar C-X75 (2010)
De C-X75 dient nu vooral als imagebuilder en wegbereider voor performance hybridetechnologie en carbontoepassingen. De autopers mocht er recentelijk mee rijden. Zo hebben de Britten nog iets aan hun investering. Maar wij hoorden bij Jaguar de hoop dat de C-X75 toch nog een tweede leven krijgt. ‘We kunnen er zo een dikke V8 inleggen en er een racewagen van maken’, zei de ingenieur. Hij keek erbij alsof hij dat het liefst onmiddellijk zou doen. En dan naar Le Mans!

In onderstaande video test het Britse Autocar de Jaguar C-X75:




En hier geeft talkshow host én autoliefhebber Jay Leno zijn mening over de Jag en praat met ontwerper Ian Callum:





Dit artikel verscheen eerder op www.autoblog.nl.

vrijdag 12 april 2013

Lamborghini 350 GT: klassieke, ronde lijnen

Lamborghini 350 GT (1963)
Waar Lamborghini op de Autosalon van Genève zijn vijftigste verjaardag uitbundig vierde met de waanzinnige Veneno, was het feest op de Techno Classica heel wat ingetogener. Maar niet minder mooi. De Italiaanse sportwagenfabrikant had een Lamborghini 350 GT naar Europa’s grootste beurs voor klassieke auto’s meegebracht.

De Lamborghini 350 GT is niet het eerste model dat in Sant’Agata Bolognese uit de werkplaats rolde, maar wel Lamborghini’s eerste productiemodel. De 350 GT is een klassiek gelijnde sportwagen met vloeiende vormen die met zijn ontwerp in de verste verte niet lijkt op het hoekige en scherpe in your face ontwerp van de moderne Lambo’s.

Eerste prototype
Franco Scaglione ontwikkelde de 350 GT door uit de 350 GTV. Scaglione was een befaamde Italiaanse auto-ontwerper die voor Bertone onder meer de Alfa Romeo Giulietta Sprint ontwierp. Later tekende hij als zelfstandig ontwerper onder andere de Porsche 356 B Abarth Carrera GTL en Alfa Romeo 33 Stradale.

De 350 GTV was Lamborghini’s eerste prototype en debuteerde op de Autoshow van Turijn in 1963. Opvallende verschillen tussen prototype en productiemodel waren het ontbreken van de klapkoplampen bij de 350 GT en zijn kont is ronder dan die van de 350 GTV. Maar het grootste verschil zit onder motorkap. De oorspronkelijke 3,5 liter V12 van de GTV was een raceblok dat er bij 11.000 toeren 400 pk uitperste. Om de tweedeurs Grand Tourer geschikt te maken voor gebruik op de openbare weg met een rustiger en plezieriger motor die langer meeging, onderging deze een downgrade. De 350 GT haalde met de 3,5 liter twaalfcilinder motor een topsnelheid van 250 kilometer per uur en had 280 pk.

Nadat de 350 GT in maart 1964 goed was ontvangen op de Autosalon van Genève ging de productie twee maanden later van start. De carrosserie werd gemaakt door Carrozzeria Touring in Milaan die zijn gepatenteerde constructiemethode ‘Superleggera’ gebruikte om de aluminium panelen te modelleren. Een embleem op de 350 GT verwijst hier naar. Aan het einde van 1966 – het laatste productiejaar – had Touring 120 auto’s gemaakt. De latere versies van de 350 GT hadden een 4 liter motor met dezelfde snelheid als het 3,5 liter blok, maar met meer koppel. Touring maakte ook twee Spyders: de 350 GTS.

Lamborghini Miura P 400 SV (1971)
Super Veloce
De 350 GT verzekerde het voortbestaan van het nog jonge Automobili Lamborghini, dat één jaar eerder was opgericht. Op de Techno Classica laat Lamborghini ook nog een Miura P 400 SV uit 1971 zien. ‘SV’ staat voor ‘Super Veloce’ en het succes van de Miura S verleidde Lamborghini om met een meer geavanceerde versie te komen. De Miura was in 1967 Lamborghini’s eerste tweezitter met een middenmotor en de supersnelle uitvoering vier jaar later had een 4 liter V12 motorblok dat goed was voor 385 pk en een top van 290 kilometer per uur. De laatste Miura liep in 1973 van de band en de teller stond toen op 150 exemplaren.

Lamborghini Grande Giro
Het hoogtepunt van de festiviteiten rond Lamborghini’s verjaardag is de Lamborghini 50th Anniversary Grande Giro. Van 7 tot 11 mei rijden meer dan 300 Lamborghini’s uit elke periode in de geschiedenis van de autofabrikant en van eigenaren uit 29 landen een route van 1.200 kilometer door Italië. De rit gaat van Milaan, via Forte dei Marmi en Rome naar Bologna. Daar eindigt de tocht met een concours d’élégance op het Piazza Maggiore. Vervolgens gaat de parade nog naar Lamborghini’s thuisbasis Sant’Agata Bolognese.In onderstaande video de start van de Grande Giro ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Lamborghini.



Bekijk in onderstaande slideshow de Lamborghini 350 GT van alle kanten.



Bekijk ook de Lamborghini Miura met dwarsgeplaatste V12 achterin.
 


 
Dit artikel verscheen eerder op www.autoblog.nl.











dinsdag 15 januari 2013

100 Jaar Aston Martin: een overzicht in Nederland

Aston Martin DB5 James Bond (1964)
Van oudsher staat Aston Martin voor Britse chic. Opeenvolgende modellen laten goed te zien hoe het merk een tijdje een andere weg insloeg, maar na de stijlbreuk toch weer terugkeerde naar het design waarom het geroemd werd.

Aston Martin bestaat 100 jaar. Om precies te zijn is het vandaag(!), dinsdag 15 januari, exact een eeuw geleden dat het merk werd opgericht door Lionel Martin en Robert Bamford. De merknaam ontstond uit het feit dat Martin successen boekte in de heuvelklim op Aston Hill met een zelfgebouwde auto: vandaar Aston Martin. Het is een prestatie dat Aston Martin de honderd jaar heeft gehaald. De geschiedenis van het Britse edelmerk is een voortdurend verhaal van geldgebrek en steeds nieuwe eigenaren en geldschieters. De Britten waren beter in techniek dan in commercie. Nog best knap dat ze tot de nodige aansprekende modellen en prototypen zijn gekomen.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam Aston Martin met beeldbepalende, elegante modellen onder leiding van David Brown. Deze tractorfabrikant stak zijn vermogen in de noodlijdende autofabrikant en als hij dat toen niet had gedaan was er nu weinig te vieren. Zijn naam is verbonden met de DB-modellen die het merk op de kaart zetten. Dat begon met de pure, eenvoudige lijnen van de DB2 en DB2/4 waarna de DB4, DB5 en DB6 volgden. De beroemdste is uiteraard de met gadgets uitgeruste DB5 uit 1964 die voor altijd verbonden is met James Bond. Op de klassiekerbeurs InterClassics – met als thema 100 jaar Aston Martin – was afgelopen weekend onder meer het exemplaar uit het Louwman Museum te zien, één van de drie overgebleven auto’s die is gebruikt bij de opnamen van de film ‘Goldfinger’ met Sean Connery als Bond. Met deze filmrol bevestigde Aston Martin zijn imago van typisch Brits en stijlvol.

Stijlbreuk
Met de DBS uit 1967 en de V8 uit 1969 luidde Aston Martin een nieuw tijdperk in. Het duidelijk hoekiger en scherper gelijnde design is een fikse stijlbreuk met de voorgaande modellen.

Begin jaren zeventig wisselde het bedrijf een paar keer van eigenaar, wat de ontwikkelingsbudgetten geen goed deed. Vanaf 1975 onder de hoede van de twee Amerikanen Peter Sprague en George Minden ging het weer bergop met de V8 Vantage van 1977 en een jaar later de cabrioletversie Volante. Of het aan de origine van de eigenaren ligt, weten we niet, maar de auto’s lijken meer op brute Amerikaanse muscle cars dan op elegante tourers. Zet maar eens een Ford Mustang uit die tijd naast zo’n V8 Vantage en de overeenkomsten zijn duidelijk.

In de jaren tachtig was met name olie-entrepreneur en autoliefhebber Victor Gauntlett belangrijk voor het voortbestaan van Aston Martin.

Door – alweer – de noodzaak van vers geld liet Ford eind jaren tachtig zijn oog vallen op het Britse merk. De economie zat in de lift en om aansprekende modellen te kunnen blijven maken voor een groeiende markt, moest Aston Martin een grote investeerder aan boord halen. De V8 was intussen al zo lang op de markt dat hij verouderd was. Door bemoeienis van Walter Hayes van Ford Europe nam de Amerikaanse autoreus een belang in Aston Martin. Dat hielp om in 1988 na 20 jaar eindelijk weer een echt nieuwe Aston Martin te presenteren: de Virage. Nog steeds een geweldenaar en nog steeds modern ogend. Niet gemakkelijk om mee te rijden overigens, laat een eigenaar weten. De auto is nerveus en moet op toeren worden gehouden. Geen echte Grand Tourer dus.

De Virage kreeg gezelschap van nog een nieuw model dat kon worden ontwikkeld door verregaand in het onderdelenmagazijn van Ford te winkelen. Dat kon omdat Ford in 1991 volledig eigenaar werd van Aston Martin, met stuwende kracht Walter Hayes aan het hoofd van het Britse merk. Het nieuwe model keerde met een verfijnd lijnenspel weer terug naar de stijl van weleer en de naamgeving van vroeger: de DB7. Het werd een enorm succes met zo’n 7.000 verkochte exemplaren, meer dan van welk Aston Martin model ook.

Toekomst
Sindsdien heeft Aston Martin die lijn vastgehouden. De Vanquish uit 2001, die de Virage verving, is het beste voorbeeld van de schijnbaar tegenstrijdige inborst die Aston Martin kenmerkt: een chic, tijdloos design met verfijnde luxe afwerking, gecombineerd met brute pk’s en topprestaties.

Onder regie van Ford zijn ook de huidige V8/V12 Vantage en DB9 modellen ontwikkeld. Toen Ford in 2007 afscheid nam van zijn prestigemerk en het overdeed aan Prodrive van David Richards en de Koeweitse investeringsmaatschappij Investment Dar, konden zij voortbouwen op een succesvolle modelreeks. Ze voegden er nog iets nieuws aan toe: de Rapide, een vierdeurs model gebaseerd op de DB9.

Maar alsof de geschiedenis zich blijft herhalen, moest er onlangs weer een nieuwe investeerder in de bres springen om de toekomst van Aston Martin veilig te stellen. De Koeweiti’s zitten financieel zelf klem, dus nam de Italiaanse investeringsmaatschappij InvestIndustrial een maand geleden voor 150 miljoen pond een belang van 37,5 procent in Aston Martin.

De geschiedenis van Aston Martin is er een van echte en bijna-faillissementen. Maar elke keer weer slaagt het merk erin om zich weer te handhaven. Toch is ook nu de toekomst niet zeker. Er zullen opvolgers moeten komen voor de Vantage en de DB9 en daarbij zijn Ford-onderdelen, zoals de huidige motorblokken in essentie zijn, niet meer voorhanden.

Dit jaar is er de nieuwe Vanquish dat weliswaar een nieuw model heet te zijn, maar feitelijk voortborduurt op de DB9 en diens afgeleide DBS. Aston Martin moet weer eens met een compleet nieuw ontwikkeld seriemodel komen. Dat is het inmiddels aan zijn stand verplicht.



Lees ook: Zeldzaam prototype Aston Martin Virage Vantage 550

Dit artikel verscheen eerder op www.autoblog.nl.

Zeldzaam prototype Aston Martin Virage Vantage 550

Aston Martin Vantage 550 twin supercharged (1992-1999)
De Aston Martin Virage Vantage 550 moest het vooral van zijn power hebben, niet van zijn looks.

Omdat Aston Martin vandaag precies 100 jaar wordt, zetten we het merk eventjes in het zonnetje door een bijzonder exemplaar te belichten dat recent op Nederlandse bodem neerstreek. Het gaat om een prototype van de Aston Martin Virage Vantage 550 uit 1992.

Van dit type zijn vijf testauto’s gebouwd waarvan er nog drie bewaard zijn gebleven. De Almeerse restaurateur Noble House heeft de hand weten te leggen op het eerste exemplaar met nummer DP 2055/1.

Vier jaar na de introductie van de originele Virage wilde Aston Martin het model voorzien van wat meer power dan de dik 300 pk die de 5,3 liter V8 er standaard uitpompte. Daartoe schroefden de Britten er twee Roots-compressoren op die het vermogen naar 550 pk tilden. Daarmee was het een van de krachtigste productieauto’s van zijn tijd en de snelste Aston Martin tot dan toe.

Met de 550 pk’s – vandaar de naam – was de koek nog niet op, wist Noble House ons te vertellen. Met gemak kwamen er 600 paarden uit en met maximaal opdraaien van de compressoren zelfs 630 stuks.

De auto – die te zien was op InterClassics in Maastricht – heeft er een zwaar leven als testexemplaar opzitten. Hij is gemarteld in extreem hete en koude gebieden en in de loop der jaren er is wat plaatwerk gewijzigd. Noble House, dat een van de 13 wereldwijd door Aston Martin aangewezen heritage specialisten is, gaat de auto weer terugbrengen in de staat waarin hij in 1992 aan het publiek werd getoond op de Birmingham Motor Show.

De productieversie van de Virage Vantage 550 hebben we trouwens ook op Nederlandse bodem mogen verwelkomen. Het destijds astronomische prijskaartje was voor enkelen dus geen belemmering. Tegenwoordig doet een beetje knappe Virage overigens zo’n 70.000 à 80.000 euro, zo zagen we op de beurs.

De testauto is in actie te zien in handen van niemand minder dan Jeremy Clarkson die hem reed voor Top Gear. Dat we inmiddels wat jaren verder zijn, zie je niet alleen aan de korrelige beeldkwaliteit, maar vooral ook aan Clarksons kapsel.



De Virage Vantage 550 is bijzonder om zijn power en niet om zijn looks, die op details afweken van de standaard Virage. Voor de looks heeft Aston Martin de traditie met de modellen die door Zagato hertekend zijn. Dat was al zo ten tijde van bijvoorbeeld de DB4 Zagato, en dat is voortgezet in de jongste creatie van de Italiaanse designstudio, de V12 Vantage Zagato, die ook in Maastricht te zien was.


Aston Martin Vantage 550 twin supercharged (1992-1999)

Aston Martin V8 Coupe (1999)

Aston Martin V8 Coupe (1999)

Aston Martin V8 Coupe (1999)

Aston Martin V8 Coupe (1999)

Aston Martin V12 Zagato (2011)
Dit artikel verscheen eerder op www.autoblog.nl.